Wat is PISA?

Wat is PISA?

PISA is een afkorting voor Programme for International Student Assessment. Het is een internationaal vergelijkend onderzoek dat de vaardigheden en kennis in natuurwetenschappen, lezen en wiskunde van 15-jarigen test. Ongeveer 95 landen doen mee met PISA-2025. Het onderzoek staat onder toezicht van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).

Het PISA-onderzoek bestaat uit een digitale toets en een vragenlijst. Leerlingen beantwoorden eerst vragen over natuurwetenschappen, leesvaardigheid en/of wiskunde. Daarnaast kunnen er ook vragen over de domeinen Leren in een digitale wereld en Engelse taalvaardigheid worden gesteld. Tot slot vullen leerlingen een vragenlijst in over zichzelf en over hun school. Deze informatie is waardevol voor het verklaren van verschillen in prestaties tussen groepen leerlingen en/of landen. Zowel de PISA-toets als de vragenlijst wordt op een laptop afgenomen.

Vanaf 2000 wordt er elke 3 jaar een nieuw onderzoek gehouden met één van de 3 domeinen als hoofddomein. In verband met de coronapandemie is het PISA-onderzoek van 2021 uitgesteld naar 2022. Het volgende PISA-onderzoek is daarom in 2025. In PISA-2025 is het hoofddomein natuurwetenschappen. De andere domeinen komen minder uitgebreid aan bod.

Video Wat is PISA?


Deelnemende landen PISA-2025

Waarom PISA?

Bij PISA ligt de focus niet op wat leerlingen precies leren op school, maar op hoe zij hun kennis en vaardigheden in het dagelijks leven toepassen. De resultaten van PISA bieden scholen en beleidsontwikkelaars waardevolle informatie over de mate waarin Nederlandse scholen succesvol zijn in het voorbereiden van leerlingen op de 21e eeuw. In een internationaal vergelijkend rapport worden onderwijssystemen en prestaties van landen met elkaar vergeleken. Op deze manier kan men leren van elkaars sterke en zwakke punten.

Elke drie jaar worden de kennis en vaardigheden van leerlingen getoetst. Zo kan er gekeken worden naar aandachtspunten in het onderwijs: hoe staat het met de vaardigheden in natuurwetenschappen van Nederlandse leerlingen? Zijn zij goed voorbereid om deel te nemen aan de huidige maatschappij?

Hoofddomein in PISA-2025

Natuurwetenschappen

Natuurwetenschappen

Het hoofddomein van PISA-2025 is natuurwetenschappen.

Het domein natuurwetenschappen gaat over het gebruiken van kennis en inzicht om problemen te herkennen en natuurwetenschappelijke verschijnselen te verklaren die leerlingen ook in het dagelijks leven tegenkomen.

Denk hierbij bijvoorbeeld aan manieren om het smelten van een sneeuwpop te vertragen, of op basis van verschillende informatiebronnen het resultaat van een experiment te voorspellen.

» Bekijk voorbeeldvragen

Aanvullende domeinen

Leerlingen kunnen ook vragen krijgen over de volgende domeinen:

Leesvaardigheid

LeesvaardigheidHet domein leesvaardigheid gaat over lezen om te leren. Leerlingen begrijpen, gebruiken en reflecteren op teksten en voelen zich hierbij betrokken. Hiermee verruimen leerlingen hun mogelijkheden om deel te nemen aan de maatschappij.

Dit is bijvoorbeeld het interpreteren van een waarschuwingsmededeling over een product van een supermarkt, of bepalen wat het verband is tussen 2 verschillende teksten. 

» Bekijk voorbeeldvragen

Wiskunde

Wiskunde

Het domein wiskunde gaat over het vermogen van een leerling om wiskundige onderwerpen in verschillende dagelijkse situaties te formuleren, gebruiken en interpreteren.

Het gaat dan bijvoorbeeld over het interpreteren van de dienstregeling van de trein om de snelste route te bepalen. Ook het kiezen van de beste aanbieding voor een telefoonabonnement is een mogelijk onderwerp bij wiskunde.

» Bekijk voorbeeldvragen

Leren in een digitale wereld

Het domein leren in een digitale wereld gaat over het gebruik van digitale middelen om problemen op te lossen. Systematisch en planmatig denken zijn hierbij belangrijke vaardigheden.

Denk hierbij bijvoorbeeld aan het programmeren van een robot of het maken van een website.

» Voorbeeldvraag nog niet beschikbaar

Engelse taalvaardigheid

Het domein Engelse taalvaardigheid gaat over de lees-, luister- en spreekvaardigheid in het Engels van leerlingen in diverse contexten. Kunnen communiceren in de Engelse taal is een vaardigheid die noodzakelijk is om te kunnen functioneren in een internationale omgeving.

Dit gaat bijvoorbeeld over het begrijpen en kunnen beantwoorden van vragen van een Britse toerist over de bezienswaardigheden in Nederland of over het kunnen bepalen wat de conclusie is van een nieuwsbericht uit een internationale krant.

» Voorbeeldvraag nog niet beschikbaar